donderdag 18 maart 2010

Megastal ja of nee

Milieudefensie roept politici en beleidsmakers een bouwstop af te kondigen en een einde te maken aan de huidige vee-industrie. De uitbraken van Q-koorts en opkomst van resistente ziekteverwekkers leggen opnieuw de risico’s van ongebreidelde schaalvergroting en intensivering van de vee-industrie bloot. De behandeling van het Noord-Brabantse burgerinitiatief ‘Megastallen Nee!’ aanstaande vrijdag moet worden aangegrepen om de vee-industrie om te vormen naar duurzame en diervriendelijke gezinsbedrijven.

De provincies Zuid Holland, Drenthe en Groningen hebben zich inmiddels al uitgesproken tegen de zg. megastallen. In de discussie in aanloop naar de gemeenteraadverkiezingen is bij de door de LTO Montferland georganiseerde debat kwam de vraag naar voren wat een megastal nu precies is. Ondanks alle landelijke en internationale discussie hierover, is het begrip megastal niet gedefinieerd en gaan alle partijen uit van andere criteria. In mijn beleving moet de hele discussie over het begrip megastal worden verbreed door de discussie hoeveel concentratie van dieren in een bepaald gebied of regio wenselijk is. Laten we even wel zijn, volgens EU normen is een bedrijf van meer dan 2000 varkens al een megastal, in mijn beleving vormt een concentratie van 10 (buur)bedrijven met 2000 varkens ook een megastal. Hierbij wil ik even de plannen voor het LOG Azewijnse broek benadrukken.
Ik denk dat de concentratie van dieren in een bepaald gebied (regio) het criterium moet vormen voor het al dan niet toestaan van vestiging, niet quota die elders ingekocht zijn, nokhoogte, goothoogte, oppervlakte van bebouwing enz.
Al de huidige gehanteerde criteria houden geen rekening met de mazen in de wetgeving, nok- en goothoogte en m2 bebouwing kunnen ondervangen worden door bv ondergronds te bouwen zoals in Amerika al gedaan wordt. Voor de dieren maakt het geen verschil, onder of boven de grond, het daglicht zien ze toch al niet.

Ik zou graag zien dat de hele discussie, zowel op lokaal niveau, als in de gremia daarboven in een breder perspectief getrokken wordt. Er zijn voors en tegens met betrekking tot concentraties van dieren. Voorstanders argumenteren, en hier valt ook iets voor te zeggen, dat in een bedrijf met heel veel dieren het eenvoudiger is preventieve maatregelen te treffen tegen dierziekten, tegenstanders zeggen met dezelfde goede argumenten dat de uitbraak van een epidemie makkelijker plaatsvindt. De middenmoot pleit voor bio-industrieterreinen of LOG’s waar intensieve(re) dierhouderij kan plaatsvinden.

Op gebied van diervriendelijk houden van dieren zijn net zulke argumenten van toepassing. We kennen allemaal de beelden van teveel dieren die op een te klein oppervak gehouden worden, zoals kistkalveren, kaalgeplukte kuikentjes en het afknippen van de snaveltjes, dieren die gefrustreerd door hun leefomstandigheden zichzelf en hun medesoortgenoten van alles aandoen, en last but not least de afschuwelijke beelden van de ruimingen. En eerlijk is eerlijk de bioindustrie is hier ook op ingesprongen en de laatste tijd zien we ook beelden waarin gewoon goed georganiseerde megabedrijven de omstandigheden waaronder dieren leven aanzienlijk verbetert hebben. Ook zijn er veel signalen dat uitbraken van ziekten in zogeheten megastallen door middel van preventie beter hanteerbaar zijn. Is dat genoeg? Voor de een wel voor de ander niet.

Persoonlijk zie ik liever varkens in de buitenlucht in de modder rondrollen, koeien rustig in de wei grazen en herkauwen, kippen rondscharrelen en op een tak in de boom overnachten en ga zo maar door. Echter, ik ben ook realist. Een dergelijk romantisch beeld is in de huidige maatschappij niet meer haalbaar en zolang als wij er met zijn allen voor kiezen grote vleesconsumenten te zijn, en ons deel in de export van vleesproducten te willen en onze boeren een fatsoenlijk inkomen te gunnen, dan is dit romantisch beeld, hoezeer ik hiervan ook gecharmeerd ben, voorgoed verleden tijd.

Waar de discussie over zou moeten gaan is het evenwicht in concentraties van dieren (onafhankelijk van de grote van individuele bedrijven) in een regio en hetgeen wij als ondernemers en burgers acceptabel vinden en economisch en gezondheidstechnisch haalbaar is.

Om even een uitstapje te maken naar hoe wij met mensen omgaan: In onze grote steden stapelen we ook mensen op in grote flatgebouwen, waarbij gezinnen van vier of vijf personen op een oppervlakte van 60 m2 of minder leven. In andere, dichtbevolkte of economisch zwakkere, landen wordt dit nog als luxe gezien. Ook kennen we allemaal de beelden waarbij buitenlandse werknemers onder erbarmelijke omstandigheden gehuisvest zijn zozeer zelfs dat zij bij toerbeurt gebruik kunnen maken van een bed.

Beleidsmakers, lokaal, landelijk en ook internationaal, wetenschappers, ethici, ondernemers, boeren en de gewone burger zouden zich in een heel brede maatschappelijke discussie, zich gezamenlijk eens moeten buigen over een duurzame vleesproductie en de noodzaak hiervan, rekening houdend met de voor- en nadelen van schaalvergroting, dierwelzijn en de risico’s voor de (menselijke en dierlijke) volksgezondheid.. De mensheid als geheel heeft zich in de afgelopen millennia heel innovatief betoont, samen zouden we er toch uit moeten komen als we eigenbelang even ondergeschikt maken aan algemeen (dier-en mens) belang.

Lokaal gezien zou ik graag een brede discussie zien over wat het beleid in Montferland en de omliggende gemeenten wordt en dan wel zonder dat politieke belangen hierbij de hoofdmoot vormen. Graag dan ook bij voorkeur op de heel korte termijn, met start in eerste helft van 2010 en niet pas als door de mazen in de wet er in het LOG Azewijnse broek een niet terugdraaibare situatie ontstaan is

Geen opmerkingen:

Een reactie posten